Onderzoek en behandeling
Een osteopaat onderscheidt drie verschillende bewegende systemen in het lichaam. Ten eerste het bewegingsapparaat, dat bestaat uit botten, gewrichten en spieren. Ten tweede het orgaansysteem, waaronder behalve organen en hun omringende vliezen, ook bloedvaten en het lymfestelsel vallen. Tenslotte is er het craniosacrale systeem, met schedelbotten, wervelkolom, ruggenmergsvlies en hersenvochtcirculatie. In het onderzoek door de osteopaat komen altijd deze drie systemen aan de orde.
Het onderzoek is gericht op beweeglijkheid. Door allerlei verschillende oorzaken kan die verstoord zijn geraakt. Tijdens de behandeling herstelt de osteopaat die oorspronkelijke beweeglijkheid met zachte, doelgerichte handgrepen. Daardoor kan het natuurlijk genezingsproces op gang komen.
Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?
Een bezoek aan een osteopaat duurt drie kwartier tot een uur. De eerste keer stelt de osteopaat veel vragen: over de klacht, maar ook over de ziektegeschiedenis en leefgewoonten. Zo probeert hij te achterhalen welk weefsel bij u de klachten veroorzaakt en wat de oorzaak hiervan is.
Daarna volgt een uitgebreid lichamelijk onderzoek. De osteopaat onderzoekt door welk bewegingsverlies het lichaam niet meer uit zichzelf herstelt. Dat doet hij terwijl de patiënt in zijn of haar ondergoed afwisselend zit, ligt en staat. Als het onderzoek is afgerond bespreekt de osteopaat wat hij of zij heeft opgemerkt, en stelt een behandelplan op.
Behandeling: wat gebeurt er?
Met zachte en soms stevige handgrepen maakt de osteopaat lichaamsweefsels één voor één weer beweeglijk. Meestal voelt de behandeling prettig aan. Na de behandeling duurt het enige weken voor een volgende afspraak: het zelfherstellend vermogen van het lichaam heeft tijd nodig om tot een nieuw evenwicht te komen.
Soms ervaart een patiënt tijdens de behandeling een warm, tintelend of prikkelend gevoel. Ook kan kort na de behandeling een emotionele reactie plaatsvinden. Soms krijgt een patiënt na de behandeling korte tijd last van hoofdpijn, vermoeidheid of juist een verergering van de klacht. Het is dan ook goed om de dag van de behandeling rustig door te brengen. Wacht met fanatiek sporten liever tot de volgende dag.
Als de behandeling aanslaat, merkt de patiënt al snel vooruitgang. Meestal zijn drie tot zes behandelingen voldoende voor herstel.